
Wet op het LSOP en het politieonderwijs
Artikel 19
1
Er is een politieonderwijsraad.
2
De politieonderwijsraad bestaat uit dertien leden, onder wie de onafhankelijke voorzitter.
3
De leden van de politieonderwijsraad wijzen uit hun midden een plaatsvervangend voorzitter aan.
4
De leden van de politieonderwijsraad worden bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister in overeenstemming met Onze Minister van Justitie, benoemd, herbenoemd, geschorst en ontslagen.
5
De leden van de politieonderwijsraad worden benoemd voor een periode van vier jaren. Zij kunnen ten hoogste eenmaal worden herbenoemd.
6
In de politieonderwijsraad hebben, naast de voorzitter, als lid zitting:
a
een korpsbeheerder,
b
drie hoofdcommissarissen,
c
een lid van het openbaar ministerie,
d
twee vertegenwoordigers vanuit de politievakorganisaties,
e
een vertegenwoordiger van het beroepsonderwijs,
f
een vertegenwoordiger van het hoger onderwijs,
g
twee leden vanuit het LSOP, en
h
een onafhankelijk lid dat deskundig is op het terrein van het beroepsonderwijs.
7
Tevens kunnen zoveel adviserende leden of waarnemers worden benoemd als Onze Minister in overeenstemming met Onze Minister van Justitie dienstig oordeelt.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.